Voorlieden Pantar zorgen voor begeleiding, goede sfeer en schouderklopje
Het mooiste van hun werk? Alle drie zijn ze het er over eens; andere mensen helpen het beste uit zichzelf te halen. Jane, Rakehs en Aziza zijn voorlieden op de productieafdelingen van Pantar in Diemen. Zij begeleiden dagelijks tientallen collega’s in hun werk. Producten verpakken voor Boldking, verzorgen van mailings voor de gemeente Amsterdam, chocoladerepen inpakken voor Greetz, zo maar een paar voorbeelden van Pantars klanten en werkzaamheden.
“De belangrijkste taken van een voorman of voorvrouw zijn het verdelen van het werk over de medewerkers, uitleggen hoe ze het moeten doen én de sfeer goed houden”, vertelt Jane. ”Ik zorg altijd voor wat grappen. Het heeft niet zoveel zin om streng te doen. Veel geduld en een goede sfeer zijn belangrijker.”
“Ik word zo blij als ik mijn teamleden zie groeien”, zegt Aziza. “Laatst begeleidde ik een dame die haar nieuwe inpakwerk zo moeilijk vond, dat ze er van moest huilen. Ik heb haar alles rustig uitgelegd en aangemoedigd om het gewoon te gaan proberen, om zo te leren. Aan het einde van de dag lukte het haar, dan ga ik echt met een goed gevoel naar huis!”
Ogen
Voorlieden moeten vooral het contact met mensen erg leuk vinden en daar ook soepel in zijn. Op de productieafdelingen van Pantar werken veel verschillende mensen. Bijvoorbeeld medewerkers met psychische of lichamelijke klachten, maar ook medewerkers die lang ziek thuis hebben gezeten en bij Pantar in een reïntegratietraject weer zelfvertrouwen en werkritme komen opbouwen.
Het helpt als voorlieden zelf ook wat levenservaring hebben, vindt Rakehs.“Ik gun niemand de jeugd die ik heb gehad, ik werd vroeger bijvoorbeeld snel agressief. Toen ik tien jaar geleden bij Pantar aan de slag ging, ben ik echt veranderd. Door de voorliedenopleiding heb ik veel geleerd over hoe je met praten de meeste problemen kunt oplossen. Je moet goed kunnen aanvoelen hoe medewerkers zich voelen; wie heeft een schouderklopje nodig of behoefte aan een praatje? Wij zijn eigenlijk de extra paar ogen van de teamleiders.”